Koffie lost niet alles op, maar wel veel. Heb je nog een vraag? Plan dan een digitaal koffiemomentje in met één van onze experts.
Binnen de werkkostenregeling (WKR) mag je als werkgever € 0,19 per kilometer vergoeden aan werknemers die met de eigen auto, fiets of het openbaar vervoer reizen. Onder voorwaarden is het mogelijk om een vaste onbelaste reiskostenvergoeding toe te kennen. Hierbij wordt op fulltime basis gerekend met 214 dagen. Periodes van kortstondige afwezigheid (bijvoorbeeld wegens ziekte) worden geacht te zijn verdisconteerd in deze 214-dagenregelingen. Van kortstondige afwezigheid is sprake indien een afwezigheid is te verwachten van maximaal 6 weken.
Naast een reiskostenvergoeding krijgen werknemers vaak ook een vergoeding voor overige kosten die zij maken in het kader van de dienstbetrekking. Onder voorwaarden kunnen deze kosten ook in de vorm van een vaste kostenvergoeding worden vergoed. Door het thuiswerken maken zij bepaalde kosten wellicht niet meer of in mindere mate.
Goedkeuring staatssecretaris
De staatssecretaris vindt het niet doelmatig en ongewenst dat de maatregelen rondom het coronavirus ertoe leiden dat een vaste reiskostenvergoeding moet worden aangepast of niet langer onbelast kan worden toegekend. Om die reden heeft de staatssecretaris in een beleidsbesluit goedgekeurd dat een werkgever geen gevolgen hoeft te verbinden aan een wijziging in de feiten waarop de vergoeding is gebaseerd. Deze goedkeuring geldt tot en met 30 september 2021. Er geldt wel een voorwaarde dat er reeds een onvoorwaardelijk recht bestond op de vergoeding uiterlijk op 12 maart 2020.
De goedkeuring voor andere vaste kostenvergoedingen is echter niet verlengd na 31 december 2020. Hier geldt dus dat indien bepaalde kosten niet meer worden gemaakt door het thuiswerken, dat een gedeelte van de vaste kostenvergoeding mogelijk niet meer onbelast kan worden uitbetaald.
Of een (reis)kostenvergoeding moet worden doorbetaald is overigens een arbeidsrechtelijke vraag. Onder deze vraag is behandeld in hoeverre een vaste (reis)kostenvergoeding onbelast kan worden toegekend. De vraag of een (reis)kostenvergoeding moet worden doorbetaald is onder meer afhankelijk van wat met de werknemer is overeengekomen in de arbeidsovereenkomst.
Naast een reiskostenvergoeding krijgen werknemers vaak ook een vergoeding voor overige kosten die zij maken in het kader van de dienstbetrekking. Onder voorwaarden kunnen deze kosten ook in de vorm van een vaste kostenvergoeding worden vergoed. Door het thuiswerken maken zij bepaalde kosten wellicht niet meer of in mindere mate.
Goedkeuring staatssecretaris
De staatssecretaris vindt het niet doelmatig en ongewenst dat de maatregelen rondom het coronavirus ertoe leiden dat een vaste reiskostenvergoeding moet worden aangepast of niet langer onbelast kan worden toegekend. Om die reden heeft de staatssecretaris in een beleidsbesluit goedgekeurd dat een werkgever geen gevolgen hoeft te verbinden aan een wijziging in de feiten waarop de vergoeding is gebaseerd. Deze goedkeuring geldt tot en met 30 september 2021. Er geldt wel een voorwaarde dat er reeds een onvoorwaardelijk recht bestond op de vergoeding uiterlijk op 12 maart 2020.
De goedkeuring voor andere vaste kostenvergoedingen is echter niet verlengd na 31 december 2020. Hier geldt dus dat indien bepaalde kosten niet meer worden gemaakt door het thuiswerken, dat een gedeelte van de vaste kostenvergoeding mogelijk niet meer onbelast kan worden uitbetaald.
Of een (reis)kostenvergoeding moet worden doorbetaald is overigens een arbeidsrechtelijke vraag. Onder deze vraag is behandeld in hoeverre een vaste (reis)kostenvergoeding onbelast kan worden toegekend. De vraag of een (reis)kostenvergoeding moet worden doorbetaald is onder meer afhankelijk van wat met de werknemer is overeengekomen in de arbeidsovereenkomst.
Laatst aangepast op:
31/05/2021